Oorlog in Diessen! Dagboek van Pater Fidentius van Beers 16 sep - 2 nov 1944

16 september – 2 november 1944

Pater Fidentius van Beers was de assistent van Pastoor v.d. Linden.

 

Zaterdag 16 Sept.

In den namiddag van dezen herfstzaterdag ben ik met Pater Monaldus op stap gegaan over Biest-Houtakker, waar hij assistentie zou verlenen, Diessen te bereiken. Onze fietsen waren reeds sedert een paar weken ondergedoken om ze aan de verscherpte Duitse vorderingen te onttrekken. Wij gingen zo kort mogelijk over den Hilvarenbeeksen weg, waar – niet ten onrechte – een plakkaat was aangebracht: Tieffliegerangriffe, nur nachts fahren.

Op het fietspad van de Blauwe Hoef naar Biest hoorden en zagen we in de verte enkele Britse jagers mitrailleren boven den Moergestelsen weg en we waren blij, niet langs het kanaal te zijn gewandeld.

Halverwege Biest ontmoetten we een man, die in een langdradig verhaal ons mededeelde, dat de volgende dag deze weg zou afgesloten zijn en de huizen van Biest in de buurt van de kanaalbrug moesten ontruimd worden.

Dit bleek inderdaad zo te zijn: verscheidene Biestenaren waren al volop aan het overhuizen. De Pastoor, die mede in de weer was, had juist zijn fiets aan de Duitsers moeten afstaan.

In Diessen aangeland, heb ik het vermoeden geuit, dat ik wel eens in de val zou kunnen gelopen zijn en niet meer weg kunnen: de gastvrijheid van Pastoor en personeel , die ik al meer dan vijf jaar had overvonden, stelde me op dat punt volkomen gerust.

 

Pater Fidentius met als achtergrond de omslag van zijn dagboek

Zondag 17 Sept.

Na een vrij rustige voormiddag volgde vóór het Lof en verder de hele namiddag een enorme luchtacticiteit. Heel laag vlogen zwermen zware machines van Zuidwest naar Noordoost. Aanvankelijk meenden we, dat het bommenwerpers waren, maar Brord, de koster merkte het eerst op, dat het wel eens vervoer van landingstroepen kon zijn. De radioberichten hebben het ons spoedig bevestigd. Tegen den avond was het krans op de pastorie en nog steeds vlogen de machines aan. De Pastoor van Esbeek, die met twee van mijn medebroeders aanwezig was, nodigde den Rector en mij uit, den volgenden dag bij hen te komen eten. Dit was – we wisten toen nog niet – voor vele weken de laatste krans.

Tussen pagina 2 en 3  van het dagboek deze handgeschreven regels. Ze zijn opgedragen aan Beth Jansen, die als huishoudster bij pastoor Van der Linden in december 1944 afscheid had genomen en vertrokken was naar Berkel-Enschot.

 

Neem dit verslag van onze oorlogservaringen

              mee naar Enschot

                                              Bet,

als een herinnering aan moeilijke,

       maar door onderlinge hulp en eensgezindheid

    toch ook schone dagen in het goede Diessen.

         Tilburg 9 Jan. 1945                P. Fidentius.

Maandag 18 Sept.

Het diner in Esbeek bij gelegenheid van de S.Cornelisfeesten is doorgegaan. Mijn beide medebroeders, en nog een derde, die in Hoge Mierde was geweest, besloten naar Tilburg terug te gaan en in overleg met hen besloot ik in Diessen te blijven, om zo nodig gesstelijke hulp te bieden in de parochie. Ik gaf de boodschap meet voor den Directeur der studie, dat ze het met mijn lessen thuis maar naar best vermogen moesten zien te regelen.

 

Dinsdag 19 Sept.

Opnieuw landingsvliegtuigen boven het dotp. We kunnen de kabel van de “gliders”duidelijk onderscheiden. Terwijl er Zondag nogal sterk op werd gevuurd – van waaruit konden wij niet controleren – en er verschillende branden waren neergestort, was het nu volkomen stil. “s Avonds zagenwe lichtkogels boven Eindhoven, dat daags tevoren was bevrijd. We meenden, dat het Oranje-vuurwerk was. Van den bovensten zolder uit was het een schoon schouwspel, waaronder we ons een jubelende stad verbeeldden.. Na enkele dagen vernemen we, dat het een gruwelijk bombardement was geweest

 

Woensdag 20 Sept.

Er gebeurt niets. We horen geruchten over den strijd bij Arnhem. Het is moeilijk, juiste gegevens te verkrijgen, want reeds een dag of zes is het licht defect en zitten we dus zonder radio. Voor huisverlichting behelpen we ons met kaarsen. De kabel was kapot gesprongen bij het opblazen van de brug op de Haghorst.

 

 

 

 

Donderdag 21 Sept.

Bij de wed. van Doormaal op Baarschot ben ik in den namiddag gaan luisteren naar het nieuws: er werd geluisterd met een toestel op accu's, veilig en wel in de kast op de opkamer weggestopt. Op mijn terug weg langs den watermolen werd tot tweemaal toe hevig gemitrailleerd op en door zeer laag overvliegende Engelse machines.  De tweede keer zó dichtbij  dat ik bij de familie Jos. Vingerhoets binnenvluchtte, waar de kogels onder de haag achter het huis neerfloten.

 

Vrijdag 22 Sept.

In den nacht van Donderdag op Vrijdag komen Duitse troepen met geschut in Diessen. In den na-nacht heeft voor 't eerst hevig geschutvuur ons allen wakker geblaft. Gelukkig werd door de Engelsen niet geantwoord. Overdag passeerden verschillende afdelingen infanterie , gewapend o.a.

Met pantservuisten, vooral in de richting Baarschot. Er lopen geruchten, dat de Engelsen in Middelbeers en Westelbeers zouden staan.

We hebben beiden, Pastoor en ik, zo kort mogelijk een gelezen H.Mis gedaan, onder hevig vuren van de Duitse kanonnen. Ze stonden op verschillende punten van het dorp o.a. In het Hoekske en in de Molenstraat. Ofschoon onze kelder goed is, hebben we voor alle zekerheid opzij aan de pastorie nog een schuilloopgraaf gemaakt. Spitten is gezond werk bij mijn gedwongen nietsdoen...

 

Zaterdag 23 Sept.

Dezen nacht hebben we niet meer boven durven slapen. Er zijn bedden neergelegd en de zaal in de kamer van den Pastoor. Behalve wijzelf slapen er de familie Nieuwkuijk, Trien van de Wal met Anneke en Toon Jansen met vrouw en baby. Voor de veiligheid zouden er een paar mannen waken: ze hebben de hele nacht in de keuken kaart gespeeld en in de tweede helft van de nacht heb ik me bij hen aangesloten.

Terwijl we in den voormiddag nog wat aan het rommelen waren en den kelder, die al tot bergplaats van kleding enz. was ingericht, verder in orde brachten, liep opeens het huis vol Duitsers: we kregen kort en bondig drie officieren met hun oppassers in huis, die beslag legden op twee voorkamers en de zaal. Tot onzen schrik hadden ze ook veel belangstelling voor de kelder. Het waren Fallschirmjäger met strepen “Kreta”, “Nord-Afrika”op den arm. Wiju ntelden in eigen huis niet meer mee: het liep en sjouwde met de zelfverzekerdheid van het Herrenvolk. Tientallen soldaten plunderden den tuin en het fruit in de garage en de druiven, ook de onrijpe, in de serres. Het personeel moest nog volop koken en eieren bakken voor de heren ook. Goddank kregen zij in den namiddag order in te rukken, maar ze verzekerden ons, dat ze terugkwamen: het huis bleef voor hen gereserveerd en een paar mindere goden bleven achter. – De anderen hebben we nooit meer teruggezien.

We begrepen nu wel, dat het heus oorlog was: er floten al Ewngelse granaten over het dorp. We zijn gaan overnachten in den kelder: de Pastoor op den divan, ik in eenb makkelijke stoel, al de anderen op stoel of bank, ee deken omgeslagen. Aan het schieten van de Duitse kanonnen raken we al gewend.

 

Zondag 24 Sept.

In mijn notitieboekje heb ik dezen dag opgetekend als dies ater, ongeluksdag. – Tegen zeven uur hebben we in den kelder het morgengebed gedaan, het manvolk is gaan melken en wij zijn begonnen met ons toilet. Plotseling worden we opgeschrikt door het knetterend inslaan van een granaat, vlak in de buurt...  we vluchten den kelder in en binnen enkele minuten kraakt en dondert het aan alle kanten. We bidden enkele Onze Vaders ter ere van Maria, Hulp der christenen en geven elkaar de absolutie.

Na ongeveer een half uurtje wordt het weer stil, beklemmend stil. Opeens wordt de kelderdeur open gegooid en we horen de stem van Herman Wolf, een jonge onderduiker: “Pater, gauw, het hele  .2. huishouden van Jan Vingerhoets is dood”.                                                                                  

Ik neem den H.Olie uit mijn valiesje en ga met hem mee. Op straat geen levend wezen te zien behalve een paar Duitsers. Ik ben wel bang, maar toch uitwendig kalm en ik zeg in mijzelf:

God,  ik dank U, dat ik hier ben, dat ik dit doen mag. Herman zegt nog: “Pater, ik heb pas gebiecht,

alles is toch in orde?” ”Älles in orde en we zijn in Gods Hand”. We lopen zo hard als we kunnen. Bij Vingerhoets staan Duitsers met de helm op bij hun paarden. Op de binnenplaats wordt hartverscheurend gekermd en geroepen. De schuilkelder van pakstro en zand is in elkaar geslagen en tussen het zand en stro liggen lijken gewonden en ongedeerden door elkaar heen. Als in een roes ga ik van den een naar den anderen dien op aanwijzing van de helpers het H.Oliesel toe. Er waren een paar jongelui meegekomen en zij helpen om de gewonden op de binnenplaats te dragen. Als ik meen alles zo goed mogelijk gedaan te hebben, hol ik binnendoor terug naar de pastorie: er moesten nog eens meer boodschappen komen. In den kelder zijn ze blij mij terug te zien, maar ik vraag me even met rust te laten en niets te vragen: het heeft me te sterk aangegrepen. Er vallen nog enkele granaten. Langzaamaan komt er meer tijding en we vernemen, hoe het nu precies staat: overleden Jan Vingerhoets met twee van zijn kinderen, Miet van Gool met één kind en haar moeder, Pauw de Kort. Zwaar gewond is Miet Timmermans.  – Zij is daags erna in het ziekenhuis in Tilburg overleden. Eveneens zwaar gewond, hoewel minder gevaarlijk, is Toon van den Bergh, de man van Miet van Gool. Licht gewond Anna Vingerhoets. Niet gewond, maar bewusteloos door een zware hersenschudding een Tilburg meisje van een jaar of zestien, als nood hulp bij van den Bergh in huis. Ongedeerd de oude moeder Vingerhoets en het knechtje van den Bergh. Ook de andere vier kinderen van Vingerhoets en een van den Bergh.

Als het bombardement bedaard is, is men op verkenning uitgegaan met als resultaat; vijf voltreffers in de tuin van de pastorie, één in het zijtuintje, één op het huis van Trien van de Wal, één ervóór, één op een telefoonpaal, één op de school, waar twee Duitsers zijn gedood, vier op de kerk, waar o.a. Een groot gat in het dak van het priesterkoor is geslagen en de meeste ramen kapot zijn, wtee op het paadje van de kerk naar de pastorie, één op het café van Klessens, één op dat van Timmermans, waar in huis nogal “geruineerd is, De familie Timmermans neemt samen met het bij hen geëvacueerde gezin v.d. Sande uit Westelbeers har intrek op de pastorie. Trien van de Wal met Anneke gaan naar de zusters. We zijn nu met een gezin van 25 man.

 

Maandag 25 Sept.

De kelder was nu propvol, ook het tweede minder veilige gedeelte is in gebruik genomen, maar om op de veiligheid te verhogen, hebben we aan de voorgevel, meer dan ter halve hoogte van de gesloten vensters, zandzakken opgestapeld.

De gewonden zijn per platte wagen naar Tilburg  vertrokken. Ik heb bekoring gehad om mee te gaan, maar na enige aarzeling heb ik op advies van den Rector, besloten in Diessen te blijven. En ik beloof aan de huisgenoten uitdrukkelijk, dat dit verblijf zal duren totdat in Diessen alles voorbij is.

 

Dinsdag 26 Sept.

We durven nog geen mis te lezen. De dagen vallen lang. Er wordt veel geschoten door de Duitse kanonnen, die nog steeds in het dorp staan. “s Avonds leggen we een kaartje, bidden gezamenlijk een helen rozenkrans en dalen vroeg naar den kelder af om te slapen. Het lukt mij niet al te best.

 

Woensdag 27 Sept.

In den vroege morgen zijn er weer vrij veel granaten gevallen, maar dezen keer meer op het Laar. Ook rond het huis van de Punder, waar een seinstation gevestigd is, zoals ook op de pastorie, dat Zaterdag j.l. was, kletteren er verscheidene neer. Vanmiddag heeft de begrafenis plaats gehad van de slachtoffers. Een triestige plechtigheid met weinig mensen, zonder zang of liturgie. We hebben aalleen onderweg vanaf het klooster de Miserere gebeden en op het kerkhof de absoute verricht, besloten met vijf Onze Vaders voor hun zielerust. R.i.,p.

 

Donderdag 28 Sept.

Vanmorgen heb ik weer Mis gelezen, in dekapel van de Zusters. Ik heb heerlijk gerust vannacht: stoelen en banken zijn uit den kelder geruimd en voortaan ligt 's nachts de kelder propvol bedden. Precies in het midden, zodat ze alles kan overzien en regelen, ligt op haar veldbed Grarda; rechts van haar op den divan de Pastoor, links ik op een puik bed; aan onze voeten verderop de familie Jansen en van Nieuwkuijk en in de andere afdeling de familie Timmermans en v.d. Sanden. Gelukkig houden de twee kinderen v.d. Sanden en de viermaandige baby van Jansen ons niet al te veel wakker. Het ongemak van in de kleren te slapen, nemen allen graag voor hun veiligheid. Vochtig is het er niet en het open kelderraampje laat voldoende lucht binnen.

In den voormiddag rijd ik samen met Gust de Vries, ieder op een fiets zonder luchtbanden, naar Tilburg. Ik ben met goede gaven voor mijn oude vader en moeder overstelpt, maar heb Grarda en Bet moeten beloven vóór den avond terug te zijn. Om de Duitsers, die in Hilvarenbeek jongelui ophalen om te werken, te ontvluchten, rijden we over Biest en binnendoor naar den groten weg.De binnenpaden zijn ontstellend slecht en ik ben wel 20 maal van mijn rammelkast afgemoeten. Maar we komen behouden in Tilburg aan, eten samen op het klooster, doen onze verdere boodschappen en zijn voor het donker weer in Diessen terug. Ik ben blij – en ook mijn ouders waren blij –, dat ik de lastige tocht heb gewaagd.

 

Vrijdag 29 Sept.

Alles hetzelfde. Ook de Pastoor heeft nu Mis gelezen. Ons huishouden is wel erg groot, en verscheiden, maar Pastoor bewaart zijn geduld en Grarda en Bet heur goed humeur. We slaan er ons samen wel doorheen.

 

Zaterdag 30 Sept.

Het Duitse geschut is geleidelijk aan weggetrokken. Er zijn weinig Duitsers meer te zien in het dorp; nu en dan komt er nog een om een Fahrrad. Ook de auto van den Pastoor is deze week verdwenen, ofschoon hij niet liep. Ze hebben er toen een gestolen paard vóór gespannen. Er zijn nog telefoonposten in 't Hoekske en bij Liebregts in de Waterstraat.

 

Zondag 1 Oct. We lezenMis bij de Zusters in de kapel, Pastoor, Rector en ik onmiddellijk na elkaar en helpen elkaar met Communie uitreiken. Er is nogal een flink groepje mensen aanwezig. In den namiddag ben ik even naar Liebregts en Esbeek gereden. Overigens hebben we niet veel idee dat het Zondag is.

 

Maandag 2 Oct.

Behalve het gebruikelijke kanongerommel aan verschillende kanten, niets bijzonders te vermelden. Naar den vegetatieven mens gesproken hebben we 't uiterst goed deze dagen: de gesneuvelde koeien worden als vrijbankvlees verkocht en de pastorie wordt niet vergeten. Zelfs vanuit Tilburg komen nog heel wat mensen op voedsel naar Diessen uit.

 

Dinsdag 3 Oct.

Was 24 Sept, de droevigste dag in deze weken, Dinsdag 3 Oct. Zal ons in herinnering blijven als de 

schoonste: dag der bevrijding.

In de vroege morgenuren vallen er veel granaten op het Laar. Er is nogal wat schade, maar goddank geen persoonlijke ongelukken.

Het blijkt al spoedig, dal alle Duitsers afgetrokken zijn. We weten niet wat ons overkomt en verwachten vol spanning de Tommies. In het begin van den Namiddag wordt er inderdaad geroepen: De Tommies zijn er... Ik loop al wat ik kannaar den Rector om hem te waarschuwen en eer we present zijn, hebben er zich al een paar met een mitrailleur opgesteld op den hoek bij het

H.Hart.

Er staan veel mensen rondom. Ik maak er een praatje mee: het blijken Schotten te zijn. Om te beginnen delen ze kwistig Hollandse sigaren uit.

Tegen het vallen van den avond stroomt het dorp vol: gevechtswagens, tanks, jeeps: alles over het gammele bruggetje bij Dirks. Het jonge volkje – en ook wel sommige ouderen – is buitenb zich zelf: er wordt gewuifd en gezwaaid en manden appels worden in de wagens gegooid.

Een officier roept mijn hulp in, om met mijn mond vol Engels als tolk te fungeren bij de inkwartiering. Het valt mij terstond op, met hoe weinig comfort zowel officieren als manschappen genoegen nemen. En ze belonen ons met plenty sigaretten.

 

Woensdag 4 Oct.

Met vreugde en dankbaarheid lees ik vandaag de H.Mis van Vader Franciscus. Toen ik l.l. Donderdag thuis was, werd er door mijn medebroeders een sombere Franciscus voorspeld, maar het tegendeel is waar: de pasverworven vrijheid stemt ons hoopvol en blij.

 

Donderdag 5 Oct.

Langzaamaan wordt de toestand duidelijker: de Duitsers zijn weg uit Diessen, Hoge en Lage Mierde, die niets geleden hebben, Esbeek dat één  granaat tegen de Kerk heeft gehad en Hilvarenbeek ook nog ongedeerd. Het gebied op de Haghorst over het kanaal, Biest-Houtakker over het stroompje, 't Loo, Driehuizen en verder op Tilburg aan is alles nog bezet gebied. Wij zijn ons daarom wel bewust, dat er nog Duits granaarvuur kan komen.

 

Vrijdag 6 Oct.

Er is veel geschut gekomen in de Westerwijk: ik schat het op tegen de dertig kanonnen. En ze vuren hevig. Hoofdzakelijk in noord-westelijke richting. De omwonenden halen talrijke hulzen op als souvenir. De oude Ondergrondse is omgeschakeld tot Ordedienst en doet goed patrouille-en bewakingsdienst. Het wordt alles grotendeels bestuurd vanaf het ziekbed in wat ik lachend altijd genoemd heb “het hoofdkwartier”.

 

Zaterdag 7 Oct.

Dezen morgen is het geschut weer vertrokken; men zegt naar den sector Nijmegen.

 In den voormiddag ben ik naar Hilvarenbeek gefietst in verband met een onverkwikkelijke arrestatie-affaire. Op den terugweg ontmoette ik vier fraters uit Goirle, die al drie weken in bevrijd gebied zwerven- destijds bij Grave verrast door de landingstroepen – en nu nog steeds niet Goirle kunnen bereiken. Ik rijd om de radioberichten te vernemen langs van Gils, waar ik samentref met den Pastoor. Het is rustig en een zeer mooie dag. Na tafel besluiten we om morgen de diensten op vastgestelde tijden te doen in de kerk. Ik ga rond om het op een plaats of zes in het dorp aan te plakken. Terwijl ik bij Schoenmakers wat sta te praten, horen we duidelijk schieten vanuit de richting Biest-Houtakker en de granaten ontploffen in Middelbeers.

We zouden biechthoren van 4 tot 6. Er komt ongeveer niemand. Rond een uur of vijf vallen er enkele granaten achter Klessens. Om 6 uur wandel ik in die richtingen juist als ik bij het huis ben, klettert er weer een neer. Erg geschrokken hol ik langs de Kerk terug naar de pastorie. Er vallen er intussen nog twee. Allen zijn al in den kelder. Het blijft zowat een kwartier hevig vuren. Naderhand blijkt, dat de granaten alle zijn neergekomen ongeveer daar waar het Engels geschut heeft gestaan.

 

Zondag 8 Oct.

De H.H.Missen in de Kerk zijn van wege het onverwachte granaatvuur van gisteren maar weer afgelast. We lezen bij de Zusters om 7, 8 en 9 ½. De mensen komen ondanks het gevaar toch erg goed op.

 

Maandag 9 Oct.

Alles hetzelfde.                                                                                                         .5.

 

Dinsdag 10 Oct.

Ik lees mijn vrije intentie voor mijn familie en opdat O.L.Heer Diessen verder zou sparen.

Veel vuren in de richting Goirle.

 

Woensdag 11 Oct.

Er komt vrij veel geschut op Baarschot en in de Waterstraat. In Hilvarenbeek vallen veel granatenen maken slachtoffers aanzienlijke schade op de markt.

Terwijl Grarda in de keuken aan het werk is, hoort ze een fietsbel langs het raam en roept: dat is Mariahout... En inderdaad het is vader van Rossum zelf die de goede tijding brengt, dat er bij hen in de buurt helemaal niets is gebeurd.Het brengt in ons taaie bestaan wat afwisseling en een stemming van vreugde.

In den voormiddag fiets ik naar Baarschot en constateer, dat de mensen niet bijzonder bang zijn en al goede vrienden met de Tommies.

 

Donderdag 12 Oct.

Er wordt telefoonleiding gelegd door den tuin naar den toren, die weer als uitkijkpost wordt gebruikt. Hierom en in verband met de gebeurtenissen in Hilvarenbeek, alsmede omdat5 er in de richting Hoekske en Westerwijk regelmatig granaten vallen, evacueren nog enige mensen. Advies om te evacueren, zoals in Hilvarenbeek, wordt echter niet gegeven. Wij besluiten dan ook maar te blijven. De Pastoor brengt de wonderbare medaille, die we ook aan de pastorie hebben, nu aan de Kerk aan.

Vader van Rossum rijdt welgemoed naar huis.

 

Vrijdag 13 Oct.

Vannacht is er zeer veel artillerievuur geweest in de richting Hilvarenbeek.

 

Zaterdag 14 Oct.

Het vuren houdt aan. We horen biecht in de Kapel van de Zusters.

 

Zondag 15 Oct.

De H.H. Diensten als vorigen Zondag. Tegen den avond arriveren twee kapelaans uit Helmond, die misleid door een berichtje in de krant en een mededeling van een Engelsen officier, in de mening verkeerden, dat Tilburg al vrij was. Toen ze echter in Hilvarenbeek kwamen, bleek het heel anders.

We bidden vroeg het avondgebed en blijven tot tagenmiddernacht kaarten. Daarna dalen ook zij met ons in den kelder af. Er is plaats genoeg, want de familie Timmermans is gedeeltelijk naar Hoge Mierde, enkelen van van Nieuwkuijk geëvacueerd. De familie van der Sanden is - naar Knegsel -, verschillende dagen naar huis.

 

Maandag 16 Oct.

Nacht en dag zwaar artillerievuur. We wennen er geleidelijk aan, ofschoon het wel erg hard klapt wanneer van Baarschot uit over de pastorie wordt geschoten.

 

Woensdag 18 Oct.

Er komen zware tanks in het dorp, gestationeerd op Baarschot. Ook van Middelbeers naar Hilvarenbeek wordt druk met tanks gepatrouilleerd. De artillerie vertrekt. De tanks vuren in de richting Haghorst, Oirschot en Biest. Hoe het daar overal gesteld, weten we volstrekt niet.

 

Donderdag 19 Oct.

De Zusters houden hun maandelijkse recollectie. Voor de zieken, die nog steeds in den kelder liggen, preek, ik over de Heiligmakende Genade. Het doet me goed , weer eens priesterlijk werk te kunnen verrichten. Van studie komt niets. Ik heb enkele malen geprobeerd wat te studeren uit Noth, Die Welt de Alten Testaments, maar het is me te zwaar. Verder heb ik niet gedaan dan wat romannetjes gelezen: De man met den horrelvoet, een detective-roman uit den vorigen oorlog; Weissmantel, Die Letzten von Sankt Klaren; Marie Koenen, De korrel in het voor; en ik ben begonnen met Benson, Come rack come rope.

 

Vrijdag 20 Oct.

In den voormiddag rijd ik met Brord naar Baarschot om te proberen wat sigaren te kopen van de Engelsen voor het feest van den Pastoor. Het is ons niet gelukt. Wel kunnen we voor enkele eieren sigaretten krijgen. Bij van Dijck luisteren we naar de nieuwsberichten: van het Westfront is het niet veel. Het voornaamste nieuws is de grootscheepse landing van de Amerikanen op de Leyte.

 

Zaterdag 21 Oct.

De meest onrustige nacht sinds een week of drie. Er zijn veel granaten gevallen, vooral in de Westerwijk en tot op den Heikant.

De familie van Gils uit de Westerwijk was juist gisteren weer teruggekomen, maar evacueert nu opnieuw.

Biechthoren voor de Parochianen bij de Zusters.

 

Zondag 22 Oct.

Vannacht is in heel de omgeving geen schot gevallen. We lazen vandaag vijf H.H.Missen in de Kapel van de Zusters: de Pastoor en ik bineerden beiden. Vooral de Mis van 10 uur was zeer druk bezocht, vanwege het 12 ½-jarig Pastoorsjubilé. We vieren het verder zeer rustig in huiselijken kring. Het kerkbestuur en enige vooraanstaande parochianen komen feliciteren. De Rector zit mee aan tafel. Grarda heeft voor een diner gezorgd, dat onder alle opzichten af is, de hors d'oeuvre met kreeft – lang op gespaard – en de twee puddings incluis. In den avond houden we met heel het gezin en de kelderlogés een gezellig samenzijn met een goeden dronk.

 

Maandag 23 Oct.

We vernemen, dat een aanval op de Bosch vanuit twee richtingen is ingezet. Nu krijgen we opnieuw hoop, dat er schot in zal komen. Ik begin te verlangen eens een bezoek te brengen aan Eindhoven om als Tilburg bevrijd is, nieuws te hebben voor belanghebbenden.

 

Dinsdag 24 Oct.

Vannacht weer vrij veel granaten neergekomen. Bij de eerste schrokken we allen wakker: het was vlakbij: de kruitdamp was te ruiken. Vanmorgen bleek dat het was; een voltreffer op het huis van Trien v.,d. Wal. Twee andere zijn gevallen tegen den tuinmuur van de pastorie. O.L.Vrouw, Hulp der christenen, heeft ons opnieuw opvallend gespaard.   

Met den Rector rijd ik op Grarda's heerlijk licht fietsje naar Westelbeers, waar we de familie v.d. Sanden aandoen;vervolgens naar Netersel, dat veel geleden heeft, vooral de kerk; naar Hulsel, waar we bij een van onze fraters thuis een goede boterham eten en vervolgens naar Reusel. We hadden al veel gehoord v an de verwoestingen, maar het valt ons nog tegen. Het is in de kom van het dorp een desolaat gezicht. We rijden terug over Hoge Mierde, waar we den Pastoor een bezoek brengen en over Esbeek. Thuis wacht me een dampend bord gebakken aardappelen. Zelden heb ik met meer appetijt gegeten. Intussen is het bericht binnengelopen, dat vanavond een groep van 400 man van de Prinses Irene-brigade in Diessen komt. En zo is het inderdaad gebeurd. Het oranje en rood-wit-blauw komt aan vele huizen en op alle jassen en jurken voor den dag. Grarda haalt nu pas echt gemeend haar nieuwe blouse in de vaderlandse kleuren naar beneden.

 

Woensdag 25 Oct.

In alle vroegte rijd ik aan, om in Lage Mierde  P.Valentinus, die aldaar met inwoners van Hilvarenbeek geëvacueerd is, op te halen. We fietsen samen over veldhoven, waar we p.Eugenius opzoeken en aan Moeder Overste de groeten van haar Heerneef, den Pastoor, overbrengen, naar Eindhoven. P.Valentinus blijft bij de medebroeders in hun bescheiden behuizing, terwijl ik drie gezinnen van mijn familie bezoek en verneem, dat alles in orde is.

Als ik thuis kom, blijken de tanks in de richting Tilburg te zijn vertrokken en ook de radio geeft berichten over een aanval in dezelfde richting. Er is een kapelaan uit S.Oedenrode op de pastorie, die met alle geweld wil proberen morgenvroeg in Tilburg te komen. Of hij de Engelsen vóór geweest is, heb ik nooit vernomen....

 

Donderdag 26 Oct.

Aangezien ik gisteren mijn familie in Stratum niet meer heb kunnen bereiken, neem ik gaarg het voorstel aan om met den taxi-chauffeur en een paar Diessense ingezetenen naar Eindhoven te rijden. -In Stratum ook alles in orde. De Irene-brigade heeft vandaag gevochten aan de Leij. Ze hebben nogal enkele doden en gewonden en de jongens zijn tamelijk down

De radio deelt mee, dat de Engelsen uit het Noord-Oosten Tilburg binnenrukken.

 

Vrijdag 27 Oct.

Met spanning volgen we de radioberichten: er zou gevochten worden in de meest oostelijke straten van Tilburg. De “brigade” zou aan het front afgelost worden door Schotten. Onze jongens zouden om één uur vertrekken achter het front. Pas om kwart vóór zes vertrekken ze werkelijk af.

Om een uur of zeven komt Gust de Vries met het bericht: Tilburg is vrij: een onderduiker is op de stad aangefietst en heeft bij Liza's hoeve al Tilburgers ontmoet, die op voedsel uitgingen. De Pastoor zegt: Dàn gij morgen naar Tilburg. Maar ik ben nog wat gereserveerd”'t is haast te mooi om waar te zijn.

 

Zaterdag 28 Oct.

Onmiddellijk na het ontbijt rijd ik naar van Dijck op Baarschot. Onderweg kom ik al 's jongeman tegen, die naar Tilburg rijdt. En werkelijk, ik geloof nauwelijks mijn oren, als de radio zegt: Tilburg bevrijd, ook Udenhout vrij, de weg naar Breda al afgesneden, volgens niet bevestigde  berichten zou ook Loon op Zand al in geallieerde handen zijn.

Ik raas terug naar de pastorie, waar ze juist bezig zijn de bedden uit de kelder te slepen: vannacht slapen we weer boven.

Met slapende gezichten en goede wensen laten ze me vertrekken: tot vanavond.

Ik weet niet met wat voor gevoelen ik uitrijd Hilvarenbeek op aan. Daar staat een onafzienbare colonne legerauto's van den weg naar Biest en zo richting Tilburg. Bij den Hemel wordt me de weg versperd door een marechaussée en een O.D.ér. Ondanks het mijnengevaar rijd ik langs het kapelletje naar de Biest samen met een mijnheer, die zo goed als ik met geweld naar Tilburg wil, Langs het kanaal bereiken we de stad. Op Koningshoeve is weinig kapot en overal wapperen de vlaggen. De gezichten van de mensen stralen en je zou iedereen aan willen spreken. Sedert mijn terugkeer na jaren uit Rome heb ik mijn oude Vader en Moeder niet meer zo hartelijk begroet.

Na 'n half uurtje thuis geweest te zijn, ben ik naar het klooster gereden. Ook daar de hoogste feeststemming. De Korvelse Weg staat tjokvol Engelse tanks. Aan onze poort hangen de Engelse en Amerikaanse vlaggen, die we in begin September in de Haast gemaakt hadden, toen het leek, dat we binnen enkele dagen vrij zouden zijn.

In den namiddag rijd ik naar Diessen en mijn vreugde weerkaatst in oog en hart van alle huisgenoten

 

Zondag 29 Oct.

Voor het eerst doen we weer dienst op de gewone uren in de Kerk. 'n Kort preekje van dank voor de herkregen vrijheid, en voor het feit, dat we tot zover gespaard zijn.

Tijdens de preek van den Pastoor onder de eerste Mis, terwijl ik in de biechtstoel zit, passeert met een luguber geratel de eerfste vliegende bom, als het ware om ons eraan te herinneren, dat het nog oorlog is.

Er hebben Tommies overnacht in de remise. Zij zijn uitermate vriendelijk en delen dameskousen uit aan Grarda en Bet, zonder dat ze er geld voor willen aannemen. In den namiddag vertrekken ze weer.

 

Maandag 30 Oct.

Het normale leven hervat zijn loop. Het begint koud en guur weer te worden. De nieuwe dienstbode uit Duizel arriveert.

 

Dinsdag 31 Oct.

Heel den dag biechthoren, normaal zoals andere jaren.

 

Woensdag 1 Nov.

In de Allerzielenpreek na het Lof herdenken we de gevallenen, vooral de eigen parochianen en beloven dat we hen ook in de toekomst niet vergeten zullen.

 

Donderdag 2 Nov.

In den voormiddag breng ik een bezoek aan de Haghorst en zie de vernielingen aan brug en sluis en de opgezochte mijnen, die langs den kanaaldijk liggen.

Na het eten neem ik afscheid en rijd naar Tilburg terug op Grarda”s fiets, terwijl Brord mij wegbrengt met Louis van Gils achterop om de fiets mee terug te nemen.

Morgen beginnen de lessen weerkaatst.

…...........................................................

 

Woensdag 15 en Donderdag 16 Nov.

Uitvaartdienst resp. voor de families van Gool en Vingerhoets. Ik ben blij er bij aanwezig te kunnen zijn en de gevallenen deze laatste eer te bewijzen.

 

Donderdag 7 Dec.

De 30 lessen exegese en introductie, die ik achter was, zijn ingehaald. Daarmee zijn de meest persoonlijke gevolgen van den oorlog voor mij voorbij.

 

Nu ik dit schrijf – Tilburg 29 Dec. – zijn er op Diessens grondgebied reeds verscheidene V-2's gevallen, maar God zij dank nog steeds zonder persoonlijke ongelukken.

 

Geen wonder, dat blijft overheersen mijn gevoel van dankbaarheid aan God en O.L.Vrouw, Hulp r christenen ter wier ere we voortaan 's Zaterdags het Lof zingen: met Haar hulp wachten we ook de komende gebeurtenissen met groot vertrouwen af.

'n Gevoel van dankbaarheid ook jegens den Z.E. Heer Pastoor voor ons broederlijk samenwonen; jegens Grarda Brord en Bet voor de zorg en steun en vooral voor de onwaardeerbare vriendschap met het hele schone gezin van de Diessense pastorie, een vriendschap, die in deze weken van kommer en leed zozeer is gegroeid en verdiept.

Voorzover ik aanspraak mag maken op erkentelijkheid is mijn enige loon en mijn innigste wens: dat het een vriendschap mag zijn voor het leven.

 

God zegene ons allen …..........................................                                               

 

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.